Draai om je oren
Jazz en meer - The Jazz Case



home  
    
    
 

Waardering: ***** meesterwerk **** goed *** redelijk ** matig * slecht

Francien van Tuinen - 'A Perfect Blue Day'

Francien van Tuinen - 'A Perfect Blue Day' (Culture Records, 2003) ***½

Behoudens twee stukken van Jesse van Ruller zijn alle composities alsmede alle lyrics van Francien van Tuinen. Redenen genoeg om met belangstelling aan deze cd en eerste muzi-kale kennismaking met haar te beginnen. Jesse van Ruller (gitaar), Joost Swart (piano en Fender Rhodes), Jeroen Vierdag (bas) en Sebastiaan Kaptein (drums en percussie) is het gezelschap waarmee van Tuinen zich omringt. Een eerste conclusie is dat Francien van Tuinen volstrekt niet behoort tot 'de kweelkipjes die de laatste tijd over ons worden uit-gestort', zoals Koen Schouten (de Volkskrant) onlangs enkele jazzvocalisten typeerde. Zij impressioneert met haar composities, teksten en haar persoonlijke vocale signatuur. Het zijn geen songs met eenvoudige 'nafluitbare' melodieën, maar stukken die getuigen van haar talent, zoals in 'The Muse', een favoriete track (als ik de wah-wah Fender Rhodes even wegdenk). Misschien niet een echte jazz-cd, maar wel een sfeervol en zeer per-soonlijk product van een gepassioneerd zangeres die zich hier volstrekt in haar element manifesteert.

Trio Amuedo, Van Merwijk, Vierdag  - 'Live In Amsterdam'   Aly N'Diaye Rose & Lucas van Merwijk  - 'Drumix'

Trio Amuedo, van Merwijk, Vierdag - 'Live In Amsterdam' (Tam Tam, 2001) ****½
Aly N'Diaye Rose & Lucas van Merwijk - 'Drumix' (Tam Tam, 1999) ****

Deze cd was een buitengewoon prettige eerste kennismaking met Leonardo Amuedo cum suis. Met slechts één buitenbeentje, 'Afrodisia' van Kenny Dorham, zijn alle stukken van Amuedo en enkele met co-partner Lucas van Merwijk. De uitstekende geluidsregistratie is van studiokwaliteit en laat niets te wensen over. Liefhebbers van excellent gitaarspel kunnen watertanden. Amuedo, geboren en getogen in Uruguay, heeft vanaf 1990 ruim twaalf jaar in Nederland gewoond en gewerkt en is onlangs naar Brazilië verhuisd. Hij heeft een fraai en persoonlijk geluid dat buitengewoon gedijt in het gezelschap van Jeroen Vierdag (een bassist die ik al bij mijn favorieten had staan) en Van Merwijk, die we hier vitaal en mooi gedefinieerd aan het werk horen. Hij voegt zich feilloos in de soms ritmische complexiteit van de stukken. Dan weer kleurt hij zijn ritmische patronen dienst-baar op de achtergrond of is hij - zoals in 'Afrobichepoku' - de grote stimulator in deze sterke compositie. 'Bimbalacumba' wekt enige associatie met Goudsmits 'Boom-Petit' en zou prima in zijn book passen. Het verstilde 'Universal' met fraaie lyriek en dynamiek van Amuedo op zijn best en uitstekend baswerk van Vierdag is een track om te koesteren. Het is niet vreemd dat Walter Becker (Steely Dan) bijzonder enthousiast was over dit live-concert, dat werd opgenomen in het voormalige Pompoen. Nog een highlight is 'Cool City', een Amuedo-Van Merwijk compositie, waarin we Lucas horen met superbe filegrein drumwerk. Van Merwijk gaat écht loos in 'Polosur'. Amuedo, een gitarist om in je hart te sluiten, en zijn gelatiniseerde melodieuze gitaarspel zullen we hier node missen, wat blijft is de cd van dit trio Grand Cru!

In de zomer van 1999 speelde de Senegalese percussionist Aly N'Diaye Rose en Lucas van Merwijk voor het eerst samen in de Spaanse percussiegroep Nits de la Mediteránnia en daar onstond het idee voor deze duo-cd. Een opname met een mix van African, Latin en Western drumming. De cd geeft een mooi beeld van de mogelijkheden en klankkleuren van een aantal
percussieinstrumenten zoals sabars, timbales, djembé, bougarabou en waterdrums, om er enkele te noemen. Een uitermate avontuurlijke luistersessie ook voor niet-ingewijden in dit idioom. De grote diversiteit aan klanken en ritmes, het kwalitatieve spel en de voortreffelijke geluidsregistratie maken van 'Drumix' een hebbeding om van te genieten. Deze cd herbergt nogal wat tracks die bijzonder de moeite waard zijn. 'Globe', 'Altena' en 'Planet Rose' van N'Diaye en het imponerende 'Meta’Tony’Meta' van Van Merwijk bijvoorbeeld. Rose en Van Merwijk zijn net als Jeroen de Rijk, Joshua Samson en de Belgische Chris Joris percussionisten die in vele formaties verrijking en toegevoegde waarde kunnen leveren.

Erik Friedlander  - 'Quake'

Erik Friedlander - 'Quake' (Cryptogramophone, 2002) ****½

De cello is een instrument dat we steeds vaker tegenkomen in de hedendaagse jazz-scene. In ons land kennen we natuurlijk Ernst Reijseger en Tristan Honsinger als weg-bereiders met internationale faam voor dit instrument. Maar Erik Friedlander uit de Verenigde Staten is in ons land nagenoeg onbekend; je komt slechts sporadisch een cd van hem tegen. Vandaar dat ik hier met genoegen kennis geef van deze sublieme op-name. Alle composities zijn van zijn hand. Friedlander wordt hier terzijde gestaan door Andy Laster (altsaxofoon), Stomu Takeishi (basgitaar) en Satoshi Takeishi (percussie).
In tegenstelling tot Reijseger, die vaak de grenzen opzoekt en zijn spel doorspekt met humor, absurdisme en theater, houdt Friedlander het bij een meer serieuze aanpak. Hetgeen niet wil zeggen dat het saai of minder avontuurlijk is, integendeel, maar bij hem preveleert inhoud boven vorm. In een stuk als 'Gol Gham' wordt je bevangen door zijn fraaie toon en de schoonheid van zijn spel, gebouwd op een homogene, stuwende, stimulerende en inspirerende ritmesectie. 'Beauty Beauty' is een sterke compositie met veel invloeden uit de Oosterse volksmuziek en met een boeiende tweestemmige passage van Friedlander en Laster. Voor luisteraars die een voorkeur hebben voor een 'klassiek' cellogeluid in een hedendaags jazzidioom is deze cd een aanrader. Geluid en instrument-beheersing van Andy Laster doen soms denken aan Michael Moore. Uitstekend is ook de geluidskwaleit. Een 'Quake' van 4½ op de schaal van Jazzcase zogezegd.

Sprinkhuizen, Fennis & Didderen  - 'Hip, Hip'

Sprinkhuizen, Fennis & Didderen - 'Hip, Hip' (Snuf, 2002) ****

Soms plaats je een onbekende cd in je speler waarbij je onmiddelijk rechtop gaat zitten. Dat gebeurde bij deze opname, die is uitgebracht ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van dit trio. Zeker geen trio dat tot ieders verbeelding zal spreken, maar dit obscure gezelschap verdient gehoor. Ongewoon, verrassend, dwars, uniek het zijn typeringen die op hen van toepassing zijn. Rik Fennis' gitaarspel kan men duiden als een mixture van Goudsmit en Verhoeff, bassist Jo Didderen heeft een stevige toon en aan-pak, en Rob Sprinkhuizen tenslotte is een straight ahead, no nonsens drummer met een prettig gestoorde presence. Baldadig, kwajongensachtig klinkt het, maar wat bovenal doorklinkt is het speelplezier dat ervan afspat! Behoudens 'Straight Up And Down' van Dolphy spelen zij uitsluitend eigen werk. Een oerhollandse formatie die jazz speelt met soms een vette knipoog naar hardcoremuziek zoals in 'Boing 747'. Het moet een belevenis zijn dit trio live aan het werk te zien. De geluidskwaliteit van deze opname (Excess Studio) kon niet beter. Kortom niets staat een boeiend luisteravontuur meer in de weg.

Ken Vandermark  - 'Exercises In Surprise'

The Vandermark Five - 'Exercises In Surprise' (Atavistic, 2004) ***½

Het moet gezegd, aan productiviteit ontbreekt het deze workaholic niet. Hier speelt hij met zijn kwartet bestaande uit Jeb Bishop (trombone), Dave Remis (saxofoons), Kent Kessler (bas) en Tim Daisy (drums). Het blijkt steeds weer een gevecht met woorden, om enigszins aansprekend te schrijven over muziek als deze. Het is zoals een bezoek aan een expositie van hedendaagse kunstuitingen. Je gaat de confrontatie aan en wordt al of niet gegrepen door compositie, kleur, ritme, motief, techniek, beeldingskracht enzovoorts. Het spanningsveld in vormgeving, het geniale, de opwinding, ontroering of zelfs irritatie dat iets oproept zijn opiniebepalend. Maar de belangrijkste voorwaarde is dat men zich open-stelt voor de creativiteit en uniciteit van de kunstenaar. Om voor zichzelf tot een afge-wogen oordeel te komen is het wenselijk zich indringend in de creaties te verdiepen, zeker waar het geen laagdrempelige evidente kunstuitingen betreft. Hetzelfde geldt voor het beluisteren van deze cd. Bij deze Vandermark valt weer heel wat te beleven en te ondergaan. Soms is een cd al de moeite waard voor één track (en soms nog voor minder) zoals ook hier. Vandermark op baritonsax in de laid-back gespeelde aubade aan Lars Gullin in 'Gyllene'. Het laatste stuk heet 'Six Of One' en duurt twintig minuten. Kent Kessler begint solo, gevolgd door Tim Daisy met een boeiende melodische solo waarna het ensemble tutti verder gaat. Wat opvalt aan deze opname is dat hier een working band aan het werk is en dat betaalt zich hoorbaar uit. Ten slotte nog een waarschuwing: dit is bepaald geen mainstream jazz-cd en vraagt het nodige van de luisteraar. Gelet op het talrijke en enthousiaste publiek bij Vandermarks concert op het laatste North Sea Jazz Festival, zijn er evenwel genoeg gegadigden die de confrontatie met deze 'Exercises In Surprise' aandurven.

(Cees van de Ven, 23.08.05)
The Jazz Case